1. Deel elearning op in herbruikbare modules, leg een goed toegankelijke centrale bibliotheek aan met programmatuur, kennis, illustratie materiaal etc. Verzamel bestaand lesmateriaal.
2. Gebruik zoveel mogelijk al bestaande productie tools, help deze eventueel verder te ontwikkelen, maak bijvoorbeeld gebruik van applicaties en functionaliteit die al beschikbaar zijn b.v. WIKI’s.
3. Zorg voor een goede opleiding van ontwikkelaars en gebruikers (docenten, studenten). Bijvoorbeeld demo lessen in eigen omgeving.
4. Organiseer en onderhoud een releasebeleid vanuit centrale bibliotheek.
5. Bouw flexibiliteit in om lokaal aanpassingen te kunnen maken aan bv. Actualiteit, visie/behoefte docent of regio.
6. Niet alle elearnmateriaal hoeft de maximale functionaliteit (Functionaliteiten elearning & classificatie)te hebben, per module kan er bepaald worden welke aspecten nodig zijn en hoe deze in de lesmethode ingepast kan worden. Dit hoeft ook niet altijd per se elearning te zijn en/of te voldoen aan de onderwijs alle visies: behaviorist, cognitivist, constructivist, multicultureel en maatwerk. Met betrekking tot het adaptieve maatwerk ten opzichte van de student (2 van Tabel Functionaliteiten elearning & classificatie) kan het goed zijn om buiten bepaalde bandbreedtes juist weer wel een docent te betrekken. Dit kan steeds een kwaliteit/kosten/baten afweging zijn.
7. Het toetsenbord en beeldscherm zijn niet de meest natuurlijke communicatiemiddelen voor een mens, ook dit is een drempel. Dus alert blijven op technische ontwikkelingen of soms is het toetsenbord van een telefoon of een Wii-controller misschien voldoende, i.p.v. het computer toetsenbord.
8. Huur voor echt complexe stukken centraal specialisten en laat deze weer herbruikbare bouwblokken maken.
[Triz contradictie analyse]
